dinsdag 25 maart 2014

Je hoeft geen camping in Frankrijk te beginnen

“Als mensen me vragen ‘wat doe je?’ dan is mijn antwoord: ik begeleid mensen om weer met plezier, fluitend, naar het werk te gaan.” Roland Leenaarts, die loopbaanbegeleiding en coaching biedt met zijn bedrijf Fluitend naar je werk, heeft zijn geluk in zijn werk gevonden en gunt iedereen het zelfde.




















“Mijn werkwijze is ontwikkelingsgericht en niet oplossingsgericht, ik ga op zoek naar wat bepaald gedrag aanstuurt waarbij ik eerst kijk naar onderliggende principes. Stel dat je meer vertrouwen in jezelf wilt krijgen. Als dat je ontwikkelwens is, hoe ziet het er dan uit als je dat helemaal hebt volbracht? En als je daar naar toe wilt, welke stappen kun je dan zetten?”

“Enerzijds begeleid ik mensen die op een gegeven moment denken ´ik heb mijn werk, een huis, kinderen, een mooie auto, maar is dit het nou? Ik krijg pijn in mijn buik als ik er aan denk dat ik dit mijn hele leven moet blijven doen. Wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik? Ik wil wel wat anders, maar wat moet ik doen?’ Maar ik begeleid ook mensen die in hun werk tegen bepaalde zaken aan lopen en zichzelf willen ontwikkelen. Ze kunnen bijvoorbeeld lastig nee zeggen, hebben een disbalans in de verhouding werk en privé, kunnen moeilijk communiceren of vinden het lastig om leiding te geven. Kortom; ze willen effectiever functioneren. Het zijn zaken waar ze wakker van liggen.”

Leenaarts is er heel helder in; hij helpt mensen niet, hij geeft mensen een middel om zichzelf te helpen. “Ik coach vanuit gelijkwaardigheid, helpen heeft iets ongelijkwaardigs in zich. Mensen moeten zo uitgebreid mogelijk vertellen zodat ik het als het ware kan filmen. En zodat ze het zelf ook voelen, waardoor het een soort anker voor ze wordt. Ik kan het ze niet vertellen, ik ben geen verteller, ik ben een vragensteller.”
De mooiste momenten in zijn werk zijn de momenten waarop hij ziet dat er kwartjes vallen bij mensen die hij begeleidt, “daar zit goud in. Dat zag ik onlangs bijvoorbeeld bij een man die er tijdens een van mijn schrijfopdrachten achter kwam dat hij schrijven eigenlijk al vanaf zijn jeugd altijd al leuk had gevonden.”

Werkt het voor iedereen? “Wat belangrijk is, is dat je in staat moet zijn om naar jezelf te kijken. Dat heeft niets met niveau te maken, maar met willen. Ik verwacht na elk gesprek binnen 3 dagen een reflectieverslag, daar reageer ik op, stel daar een vraag over waardoor mijn cliënt nogmaals uitgenodigd wordt om in de spiegel te kijken.”

Het heeft hem heel wat jaren gekost voordat Leenaarts zich besefte dat een baan als loopbaancoach het beste bij hem paste. Toen hij 18 jaar oud was en van de HAVO kwam, werkte hij parttime bij een restaurant. “Ik wist niet wat ik wilde, had perspectieven als bedrijfsleider en zo ben ik de horeca ingerold.” Maar de voorgespiegelde plannen bleken anders te zijn en hij nam een andere horecabaan aan, in het Arnhemse Musis Sacrum. “Daar was op een gegeven moment een receptie van Akzo Nobel en iemand van Akzo die ik daar sprak, vroeg of ik bij hem wilde komen werken.” En zo gebeurde het. Hij werkte er een tijd als floormanager en kwam via via bij het reisbureau van Akzo terecht. “En mijn ego was weer gestreeld.”

Maar na een jaar of zes kreeg Leenaarts de kriebels bij de gedachte dat hij dat werk nog 25 jaar zou moeten doen. “Ik ging naar personeelszaken en kreeg daar het advies om uit de zaterdagkrant alle personeelsadvertenties te knippen die me aanspraken, ongeacht de regio of wat je ervoor moest kunnen. Daar kwam uit ‘communicatie’. Naast mijn werk ging ik in de avonduren communicatiemanagement studeren en al doende kwam ik erachter dat het mij meer om interne communicatie ging; waarom doen mensen wat ze doen? Akzo besloot het reisbureau uit te besteden bij een externe partij en ik dacht ‘ik ga niet mee, dit is een kans om naar mezelf te kijken en me af te vragen wat ik nou werkelijk wil’.”

Leenaarts ontdekte een aantal rode draden in zijn leven; “ik had nog nooit gesolliciteerd, had elke baan aangeboden gekregen, waarbij ik mezelf nooit echt had afgevraagd of ik die functie echt wilde. Daarnaast kwamen mensen altijd naar me toe om hun verhaal te doen. Mijn zusje noemde me ook wel de psycholoog van mijn vriendengroep.”

Tijdens een outplacement traject onderzocht hij beroepen als docent, trainer, mediator en coach. “Doceren paste niet helemaal bij me, als mediator was je te veel bezig met problemen en als trainer met te veel mensen tegelijk. Ook ben ik met coaches gaan praten. Ik begon aan een coachopleiding waarbij ik vanaf de eerste dag coachgesprekken moest voeren. Ik dacht meteen ‘dit is wat ik moet doen’. Het voelde als thuis komen. Het voeren van die gesprekken ging me zo gemakkelijk af en ik had er niet eens voor geleerd.” Na nog een paar jaar ander werk gedaan te hebben en zich tegelijkertijd met opleidingen bekwaamde in het coachen, besloot Leenaarts voor zichzelf te beginnen als coach.

“Dit is meer dan een baan, meer dan werk. Bij ontdekkingen die ik zelf deed, dacht ik ‘dit gun ik iedereen, om naar zichzelf te kijken en zich af te vragen ‘zit ik nog op de goede plek, doe ik nog de juiste dingen?’. Fluitend naar je werk is een missie. Een paar jaar geleden zat ik op een camping in Frankrijk waar mensen briefjes op een bord hingen, bijvoorbeeld van kinderen die auto’s wilden wassen. Ik dacht er meteen aan om ook een briefje op te hangen waarin ik mijn diensten aanbood;‘voor coaching kun je je melden bij de derde tent aan de linker kant’.”

“Als je doet waar je goed in bent en weet wat je leuk vindt, dan kun je fluitend naar je werk. Dat hoeven geen grote veranderingen te zijn. Je hoeft geen camping in Frankrijk te beginnen, dat kunnen ook kleine dingen op je werkplek zijn. Wat vaak nodig is om je werk leuker te maken, is met je baas gaan praten. De taak van een manager is om oprecht te vragen hoe het met je gaat, of je nog op de juiste plek zit en waar je over 3 jaar wilt zijn. Je kunt het ook merken als je terug komt van vakantie. Het is normaal dat je eerst even een weekje moet inkomen, maar als je na 3 weken nog steeds geen zin hebt, dan kun je je afvragen of je nog wel op de goede plek zit. Vaak zie je dat het eerst voldoende pijn moet doen om iets te willen veranderen. Maar aangezien zo’n groot deel van je leven uit werken bestaat, waarom zou je er dan niet iets leuks van maken? Als je dat doet wat je leuk vindt en wat je goed kunt, dan hóef je niet meer te werken.”

Kijk voor meer informatie op www.fluitendnaarjewerk.nl.



Tekst en foto's: Jan Verschure

Geen opmerkingen:

Een reactie posten